De knie

Er zijn verschillende soort knieklachten, zo kunnen er klachten ontstaan aan het kniegewricht (bijvoorbeeld slijtage), aan de kniebanden (bijvoorbeeld een band die afscheurt), de spieren rondom de knie (spierscheuring), de zenuwen die langs de knie lopen (zenuwuitval) en aan de botten die het kniegewricht vormen (breuk van het bovenbeen). Het kniegewricht bestaat uit drie botstukken die betrokken zijn bij de bewegingen in de knie. Deze botstukken zijn het bovenbeen (femur), in het onderbeen het scheenbeen (tibia) en aan de voorzijde de knieschijf (patella). Het kniegewricht bestaat eigenlijk uit twee gewrichten, namelijk het gewricht tussen bovenbeen en het scheenbeen en het gewricht tussen de knieschijf en het bovenbeen. Omdat deze twee gewrichten binnen één gewrichtskapsel liggen, wordt het functioneel als één gewricht gezien.

​Het kuitbeen (fibula), welke zich evenals het scheenbeen in het onderbeen bevindt en wel aan de buitenzijde, is niet betrokken bij het bewegen van het kniegewricht, maar bij de bewegingen van het enkelgewricht. Soms bevindt zich nog een extra beentje (sesambeentje) aan de achterzijde van het kniegewricht gelegen in de kuitspier. Dit laatste beentje speelt geen rol bij het kniegewricht.

Er zijn verschillende soort knieklachten, zo kunnen er klachten ontstaan aan het kniegewricht (bijvoorbeeld slijtage), aan de kniebanden (bijvoorbeeld een band die afscheurt), de spieren rondom de knie (spierscheuring), de zenuwen die langs de knie lopen (zenuwuitval) en aan de botten die het kniegewricht vormen (breuk van het bovenbeen).

Kortom: er kunnen diverse problemen optreden in het kniegewricht. Belangrijk is om een juiste diagnose te stellen, de oorzaak te achterhalen en hier specifiek op te behandelen en trainen.